Gare du Nord - Tips van Anna
Gare du Nord bestond nog niet in de 18e eeuw: de eerste spoorlijn werd pas in 1846 in gebruik genomen. Sterker nog, de grond waarop Gare du Nord is gebouwd, lag toen nog niet in Parijs.
Hoe druk Gare du Nord tegenwoordig ook lijkt, vergeleken met de 18e eeuw stelt het nauwelijks iets voor. Van leprakolonie naar opvanghuis voor ongehoorzame kinderen en ongedisciplineerde echtgenotes, de grond waar later ook het Gare du Nord is gevestigd, kent een roerige geschiedenis. Wist je dat de Bastille niet de eerste bestorming van ontevreden burgers was? Die hadden hun rooftocht naar wapens en graan al een nacht uitgerekend op deze plek uitgevoerd.
Je zult soms even moeten zoeken naar de sporen uit Anna's tijd, maar met haar tips zul je ze zeker kunnen vinden...
Voordat de Franse Revolutie uitbrak, was de wijk waar o.a. het Gare du Nord ligt een kloostergemeenschap van 52 hectare met een grote muur eromheen.
‘Enclos Saint Lazare’ werd het genoemd. Van oorsprong was het een opvanghuis voor melaatsen. Het klooster van de Lazaristen genoot veel respect. Koningen reden er langs voordat ze officieel de troon bestegen of begraven werden. Rijke families bedankten het ziekenhuis voor de zorg voor hun zieke gezinsleden en overleden patiënten lieten hun bezittingen na.
Zo kon de orde steeds verder uitbreiden: met o.a. een ziekenhuis, boerderij, wijngaard, markt, molen, weeshuis, school en een hele beroemde bibliotheek.
Tot zover een succesverhaal. Het ging mis in de nacht van 12 op 13 juli 1789.
Iedereen kent de bestorming van de Bastille op 14 juli, maar de dagen daarvoor werd er ook al heel veel geplunderd en in brand gestoken. Boze en vooral hongerige burgers staken op 12 juli bijna alle grensposten in de buitenmuur van Parijs in brand, zodat er geen belasting meer geheven kon worden op graan. En diezelfde nacht plunderden ze het hoofdgebouw van deze orde van Saint Lazare omdat het gerucht ging dat daar graan en wapens bewaard werden. Dat graan werd gevonden, maar er lagen geen wapens.
Teleurgesteld bestormden boze burgers de kostbare bibliotheek. Twintigduizend boeken die sinds de Middeleeuwen verzameld waren, gingen verloren of werden gestolen.
En dat was het begin van het bloedige eide van de kloosterorde.
Een paar jaar later, tijdens een periode die Terreur werd genoemd, werden alle gelovige priesters en monniken gedwongen om God af te zweren. Als je dat niet deed, volgde de guillotine. Later werd ook de kloosterorde zelf opgeheven.
Van het gebouw maakten de revolutionnaire leiders een gevangenis. Een van de vele in Parijs, want iedereen die niet enthousiast genoeg over de nieuwe idealen van de Franse Revolutie was, liep het risico om opgesloten te worden. Burgers werden zelfs beloond als ze anderen verraadden. Binnen de kortste keren zat de gevangenissen bomvol. Ook die van Saint Lazare. Tijdens een beruchte opschoonactie (conspiration des prisons) werden 165 mensen ter dood veroordeeld zodat er weer wat meer ruimte was.
Ook na de revolutie bleef het gebouw van de kloosterorde een gevangenis, o.a. voor ongehoorzame vrouwen (prostituées). Een van de gevangenen was Mata Hari, een beroemde Nederlandse spionne. In 1930 werd de gevangenis opgeheven en kwam er een ziekenhuis voor in de plaats,
Tijdens de revolutie kochten slimme speculanten de terreinen van het enclos Saint Lazare op, en verkochten het voor veel geld weer door. In de jaren na de revolutie werden veel nieuwe gebouwen neergezet, zoals het Gare du Nord, Gare de l’Est, een ziekenhuis en een grote kazerne. Er zijn in het 10e arrondissement slechts enkele (restanten van) gebouwen te zien die in de tijd van Anna al bestonden.
De twee kerken die hier staan, Saint Laurent-de-Paris en Saint-Vincent-de-Paul, zijn grotendeels opnieuw gebouwd. In 1793 mochten er geen katholieke missen meer gevierd worden maar werden ze omgedoopt tot Tempels van de Rede. Het was een door de revolutionaire leiders bedachte nieuwe religie, om waar de nieuwe waarden van de Franse republiek, vrijheid, gelijkheid en broederschap konden worden gevierd, en waar de Franse koningen niks meer te vertellen hadden. Lang duurde deze nieuwe religie niet. Vanaf 1800 mochten er weer katholieke missen gevoerd worden.
De Eglise Saint-Vincent de Paul werd opnieuw gebouwd in 1824. Het duurde meer dan twintig jaar voordat-ie af was, vanwege geldgebrek maar ook omdat er weer een nieuwe revolutie langskwam. Mede daardoor kent de kerk allerlei verschillende stijlen. Bijzonder zijn de glazuurpanelen aan de façade van de kerk: die vonden de mensen bij de eerste vertoning in 1845 foeilelijk. Zo felgekleurd en zo bloot! Ze zijn weggehaald en pas weer in 2009 teruggehangen.
Een ander gebouw dat aan Anna’s tijd herinnert, in de mediatheek Françoise Sagan, waar stukken van de gevel van de in 1830 herbouwde kapel bewaard zijn gebleven.
Grote kans dat Anna onder de Porte St.-Denis (kruising Boulevard de Bonne Nouvelle en Rue Denis) is gewandeld, een ‘oudere zus’ van de beroemde Arc de Triomphe aan de Champs-Elysées.
Voor ons Nederlanders is dit wel een pijnlijke triomfboog. Lodewijk de Veertiende liet hem bouwen om zijn verovering op Holland te vieren. Kijk eerst eens op de zuidkant van de boog. Onder een stapel veroverde wapens, kun je lezen dat hij in minder dan zestig dagen de Rijn, de Waal, de Maas en de IJssel is overgestoken, en daarbij drie provincies en veertig militaire vestigingen heeft veroverd.
Aan de noordkant wordt de overwinning op Maastricht gevierd.
Ten slotte nog iets over de trein, die nog in Anna’s tijd nog niet bestond.
Voor haar was het gebruikelijk om per koets, een dilligence, te reizen. Het meest gebruikelijke model kon zestien reizigers meenemen. Voorin konden drie personen in de eerste klas zitten. In het middelste compartiment konden passagiers op twee tegenover elkaar geplaatste banken zitten, en achterop, op de impériale, waren goedkope buitenplaatsen beschikbaar.
Een zitplaats garandeerde niet dat je kon uitrusten. Bij een steile heuvel moesten alle passagiers, behalve de eerste klas, uitstappen om te duwen. En dat was niet het enige ongemak. Door het ontwerp - hoog op de wielen – kantelde de koets regelmatig. Ook moest je uitkijken voor gemaskeerde bandieten die de koets overvielen. Het is dan ook niet vreemd dat de dienstregeling van deze koetsen alleen de vertrektijden vanaf het beginpunt weergaf: over de aankomsttijd viel niks te zeggen.
Tijdens de Franse Revolutie is de kwaliteit van het wegennet enorm verslechterd. Een van de weinige verbeteringen had met de organisatie te maken: er werd besloten om de postkoets te scheiden van de passagierskoets.